De Doitsu variëteit, gesplitst in Doitsu A en Doitsu B, wordt gekenmerkt door het ontbreken van schubben. Tot de A variëteit behoren de Kohaku, de Sanke en de Showa.

Door de afwezigheid van de schubben lijken de kleuren vaak feller en zijn de overgangen zeer scherp afgetekend, omdat het sumi (zwart) en het hi (rood) niet door een witte schub wordt overlapt. Hierdoor is ook het sashi, de rand waar het wit overgaat naar zwart of rood scherper afgetekend, dan bij een geschubte Koi.

Subvariëteiten

Deel dit bericht

Activiteit Binnenkort
days
hrs
mins
secs