Argulus Foliaceus of karperluis en een kreeftachtige of crustacea (schaaldiertje).
Argulus valt onder de Branchiura klasse. Kreeftachtigen zijn meercellige, dierlijke, eieren leggende organismen die zich meestal geslachtelijk voortplanten. Kenmerkend voor schaaldiertjes is, dat de schaal niet meegroeit met het lichaam, waardoor verschaling (vervelling) noodzakelijk is. Tijdens de verschaling is een kreeftachtige het zwakst, doordat hij het tijdelijk zonder zijn beschermende pantser moet doen. Er zijn minstens 50 soorten Argulus bekend.

Naast Argulus behoren ook Chonopeltis en Dolops tot de Branchiura klasse. Deze laatste twee komen echter uitsluitend in tropische klimaten voor, maar kunnen als zodanig wel een bedreiging vormen voor de vissen in tropische aquaria. De inheemse karperluis (Argulus Foliaceus) is helaas een vaak voorkomende plaag op onze koi. De naam karperluis is misleidend, daar het ook op tal van andere vissen kan voorkomen, tot aan brakwatervissen toe. De voorkeur van de karperluis ligt echter bij karperachtigen waaronder ook de goudvis kan worden geschaard. Argulus wordt vaak in de vijver geïntroduceerd door het geven van levend voer, het in de vijver zetten van planten of stenen uit andere vijvers en natuurwater, of door introductie van nieuwe (besmette) vissen in de vijver, zonder een goede quarantaine.

Waar tref je het aan?
Meestal karperachtigen, maar vele andere soorten kunnen slachtoffer worden.

Cyclus:
De vrouwtjes dragen twee eierzakjes. Na de paring, welke plaatsvindt op het vissenlichaam, verlaat het vrouwtje de vis en legt 100 tot 400 citroengele eitjes op vaste objecten en planten in de vijver. Hierna sterft het vrouwtje. Na tien dagen tot enkele maanden (afhankelijk van de watertemperatuur) komen de eitjes uit. De levenscyclus is, net als bij veel andere koud water parasieten dus sterk afhankelijk van de temperatuur. De jongen zwemmen in de eerste levensfase vrij rond. Pas na een aantal keren vervellen of verschalen, zoeken ze een gastheer (vis). Na ongeveer twee maanden (7 vervellingen) zijn ze geslachtsrijp.

Ontstaan:
Door het geven van levend voer, planten die direct in de vijver worden vanuit een andere vijver of zelfs vanuit een natuurwater, besmetting door inbreng van nieuwe vissen in de vijver zonder eerst een degelijke quarantaineperiode te houden. Verzwakking vissen door slechte waterkwaliteit of stress zal in veel gevallen als katalysator werken.

Preventie:
Quarantaine en observatie van nieuwe vissen ( zie de pagina quarantaine), geen levend voer (eerst invriezen) en zeker niet zelf gaan vangen in natuurwateren. Planten of materiaal uit een (besmette) andere visvijver altijd eerst ontsmetten of langere tijd in een visvrije bak plaatsen. Vijverplanten in een Koi vijver zorgen vaak voor een verhoogd risico op parasieten en dienen vaak ter decoratie. U zou de planten ook net buiten de vijver kunnen plaatsen.

Symptomen:
Zichtbare steekplekken op de huid van de vis die later wit kleuren doordat het weefsel aan het afsterven is. Soms laten schubben “zomaar” los. Vissen schuren langs wanden, bodem en alles wat maar enigszins uitsteekt, worden schichtig en kunnen ernstig vermageren. Afzondering en stoppen met eten, alsmede bloedarmoede bij jonge vissen of vissen met een hoge besmettingsgraad zijn mogelijk. Jonge vissen kunnen met één steek worden gedood.

Bijeffecten:
De achtergebleven wonden genezen moeilijk en kunnen een bron van secundaire aandoeningen vormen zoals secundaire ontstekingen, bacteriële infecties, schimmelvorming en mogelijke overbrenging van virussen door Argulus. Verlies van de huidfunctie bij massale infectie.

Hoe herkennen:
Argulus kan worden beschreven als een transparant, groenig kreeftje met zwarte vlekjes. Het heeft een ovaal, afgeplat lichaam met daarin twee grote ogen. Het heeft acht pootjes (vier paar) en een in tweeën gedeeld achterlijf, dat als roer fungeert. Met behulp van de borstelige pootjes is de karperluis in staat om zwemmend van de ene vis naar de andere over te gaan, bovendien kan het zich hiermee voortbewegen over het vissenlichaam. Het diertje is met het blote oog zichtbaar en kan tot ongeveer 5 tot 8 mm groot worden. Argulus beschikt over een gemene holle angel. Deze bevindt zich tussen de ogen en kan bij een kleine vis in één steek dodelijk kan zijn. De karperluis hecht zich met twee zuignappen en tal van andere extremiteiten vast aan de vis en doorboort de opperhuid (epidermis) van de vis met de holle angel. Vervolgens wordt gif ingespoten en wordt bloed opgezogen.

Behandeling:
Argulus is lastig te bestrijden. Enerzijds komt dit doordat het diertje tot drie weken zonder gastheer kan overleven. Anderzijds omdat de eitjes tegen veel bestrijdingsmiddelen bestand zijn. Bij een gering aantal karperluizen geld als regel: Grote exemplaren aantippen met zuivere alcohol of verzadigde zoutoplossing. Let hierbij in het bijzonder op de kieuwen, deze kunnen beschadigd raken. Eventueel vissen eerst een paar minuten plaatsen in een zoutbad van 15 gram zout per liter. Verwijder de karperluis met een stompe pincet.
Bij een massale infectie: Raadpleeg een Koidokter, KVA of deskundige Koidealer.

Samenvatting

Soort: Kreeftachtige.
Categorie: Crustacea.
Kenmerken: Meercellig, dierlijk. Holle gifstengel, eierpakket als staart. Ectoparasiet.
Cyclus: Eieren leggend, geslachtelijke voortplanting.
Wie: Zoetwatervissen, meestal karperachtigen.
Ontstaan: Levend voer, planten, nieuwe vissen, slechte waterkwaliteit, stress.
Preventie: Nieuwe vissen in quarantaine, planten eerst ontsmetten, levend voer invriezen.
Symptomen: Steekplekken op de huid, schuren, vermageren, schichtig, afzondering.
Secundaire effecten: Secondaire ontstekingen, bacteriële infecties, schimmelvorming.
Hoe herkennen: Blote oog. 5 – 8 mm.
Behandeling: Aantippen met alcohol of verzadigde zoutoplossing.

Deel dit bericht

Activiteit Binnenkort
days
hrs
mins
secs